Hoe moest ze zich dat voorstellen, vroeg presentatrice Inge
Diepman zich af, stond hij dan met de vervalsing in de ene hand en het
origineel in de andere? Ja, antwoordde Jansen, afgezien van het feit dat je ook
bij vervalsen twee handen nodig had, had hij het origineel in ieder geval
binnen handbereik. De vervalsingen, zo wordt hier duidelijk, zijn dus kopieën
of reconstructies van de originele prent.
Als voorbeeld kwam toen een originele Appel litho in beeld,
met daarnaast de Jansen-vervalsing. Het was een uiterst leerzame vergelijking.
In de eerste plaats moet dat de Appel prenten die voor vervalsing in aanmerking
komen aan bepaalde eisen moeten voldoen. Vervalsingen van vroeger werk, tot
midden jaren zestig, heb ik bijvoorbeeld nooit aangetroffen. De reden daarvoor
is, zo vermoed ik, dat het vroege werk anders van karakter is. Het is veel
dynamischer, en het het handschrift is duidelijker in de prent aanwezig. De
nuanceringen in lijn en kleur die dat met zich meebrengt zijn veel moeilijker
na te maken dan de egale kleurvlakken waarvan Appel zich in later werk gaat
bedienen en die veel simpeler in zeefdruk na te maken zijn.
Maar zelfs vervalsen blijft mensenwerk. Hoe zorgvuldig men
ook tracht te komen tot een exacte kopie van het origineel, het moet wel heel
goed gaan willen er geen kleine verschillen optreden. Deze zijn in de regel
echter zo onopvallend dat ze zonder vergelijkingsmateriaal nauwelijks opvallen.
En dat is ook de reden dat ze op grote schaal verkocht konden en kunnen worden.
Er ontbreekt een ijkpunt, een een deugdelijke en goed geillustreerde
oeuvrecatalogus van het grafisch werk, waarbij met bij twijfel te rade kan
gaan. De afwijkingen in de vervalsingen vallen alleen op als men het origineel
ernaast kan leggen. En daarom was het een goed idee om zo'n vergelijking in het
programma op te nemen.
Laten we de beide prenten eens nader bekijken. Het eerste
dat opvalt is dat op bij Jansen de contouren duidelijk zwaarder aangezet zijn,
vooral rond de ogen. Die ogen zijn trouwens bij Jansen aanzienlijk minder
genuanceerd dan bij Appel zelf, ze zijn 'dichtgeschilderd'. Wie in de
gelegenheid is om dit soort gereconstrueerde litho's in detail te vergelijken
(en daar is internet goed voor) zal vaak e tot een lijstje kleinere en grotere
verschillen komen. Daarbij dient men in de eerste plaats te letten op vorm.
Immers, kleuren kunnen op de computer veranderen, en prenten kunnen verkleuren.
Een afwijkende kleur is, zeker op een plaatje, geen betrouwbaar criterium.
In de praktijk is het gemakkelijk om van de geconstateerde
verschillen het meest opvallende te onthouden. Zo concentreer je je op het
meest duidelijke kenmerk, het verschilpunt waaraan je de goede en de valse
prent in een oogopslag kunt onderscheiden.
In dit geval is dat de zwevende blauwe vorm in het midden.
Bij Jansen raken de uiteinden elkaar, terwijl ze bij Appel vrij blijven. Dat
betekent dus: 'blauwe lijnen vrij = goed' en 'blauwe lijnen raken elkaar =
vals'. Simpel, nietwaar?
In maart 2015 wijdde Ivo Niehe een hele uitzending aan Geert Jan Jansen. Veel nieuws leverde het niet op, wel veel mooi beeldmateruaal. En een klein stukje uit een eerdere uitzending, waarin een voorbeeld van een Jansen-vervalsing omhoog houdt. Duidelijk is te zien hoe de blauwe lijnen elkaar raken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.