dinsdag 11 september 2012

KOOP UW BENNER VAN EEN KENNER




De man die ons hier, geflankeerd door twee werken van Gerrit Benner, zo olijk aankijkt, zou u bekend voor kunnen komen, als u tenminste een bepaalde leeftijdsgrens hebt overschreden. Het is niemand anders dan Loek Brons, succesvol  uitbater van een keten textielsupermarkten, maar hier in zijn nieuwe rol als kunsthandelaar. En omdat hij beschikte over een comfortabel startkapitaal, kon hij zich ook meteen posteren in de hoogste regionen van de kunstmarkt. Hij richtte zich vooral op het magisch realisme, en een tijdlang ging bijna ieder schilderij van Willink, Ket of Mankes dat ter veiling kwam steevast naar Brons. Vaak was het niet lang daarna te bewonderen in het Frisia Museum van Dirk Scheringa. 

De entree van Loek Brons in het circuit van de Nederlandse kunsthandel bracht flink wat beroering teweeg, niet alleen omdat hij over aanzienlijk meer financiële middelen beschikte dan de meeste van zijn collega’s, maar ook omdat hij zijn collectie naar buiten bracht op een manier die in de toch wat voorname, en bovenal discrete, kunsthandel absoluut not done was. Hij maakte er geen geheim van dat hij in de eerste plaats koopman was en praatte vrijmoedig (schaamteloos, volgens anderen) over geld en handel. Hij was een van de eersten die aan alle kunstwerken een duidelijk leesbaar prijskaartje hing, in plaats van het gebruikelijke ‘prijs op aanvraag’. Ook organiseerde hij feestelijke bijeenkomsten voor klanten bij hem thuis, daarbij terzijde gestaan door zijn vrouw Miep, die haar bloeiende pornobedrijf van de hand had gedaan, en nu aan klanten erwtensoep serveerde. Het liep storm.

Kunsthandel Loek Brons werd een vaste gast op de TEFAF en de PAN, waar, tot afgrijzen van zijn collega’s, schilderijen op de laatste dag goedkoper waren dan op de eerste en waar hij geregeld acties organiseerde in de trant van ‘drie halen, twee betalen’. Dat hij een frisse wind door de kunsthandel liet waaien kan moeilijk ontkend worden, maar er waren veel collega’s die wat gegeneerd de andere kant opkeken, of zich zelfs vijandig opstelden. Maar ze konden niet om hem heen, en daarvan waren ze zich terdege bewust.
Als hoogtepunt (of dieptepunt, zo men wil) liet Brons ter gelegenheid van de PAN 2000 een folder drukken vol  grappen en grollen, waarin hij in de meest vreemde uitdossingen zijn waren aanprees. Omdat het werk van een bepaalde kunstenaar volgens hem ‘in de lift’ zat, liet hij zich verkleed als liftboy fotograferen. Ook het plaatje bovenaan dit stukje is komt uit deze serie. Een enkeling zag er de humor wel van in (‘een soort nieuwe Sjef van Oekel’, werd hij genoemd in het populaire tv-programma van Barend en Van Dorp), maar in bredere kring werd er toch meest schande van gesproken: zoiets doe je niet als serieus kunsthandelaar!



Serieus of niet, tot zijn collectie behoorden wel een groot aantal werken van Gerrit Benner, een kunstenaar in wie hij zich had gespecialiseerd. Op rijpere leeftijd had Loek Brons namelijk een studie kunstgeschiedenis afgerond met een scriptie over Benner, een wapenfeit waarop hij zo trots was dat hij zichzelf vanaf dat moment nadrukkelijk afficheerde als ‘Drs’ Loek Brons. Deze scriptie gebruikte hij als uitgangspunt voor de tekst van wat nog steeds het bekendste boek over Benner is, In de Ban van Benner, de catalogus bij tentoonstellingen in het Singer Museum in Laren en in het Fries Museum.



De catalogus werd gedrukt in een forse oplage en wie iets meer over Benner wil weten, zal weinig moeite hebben een exemplaar te vinden. Aanzienlijk anders ligt dat (en nu zijn we eindelijk waar we wezen wilden) bij onderstaand boekje uit 1960. Het is de catalogus bij de grootste Benner-tentoonstelling ooit gehouden. In de Städtische Kunstgalerie in Bochum werden in 1960 maar liefst 262 Benners bijeengebracht en de expositie zou het begin moeten worden van Benners internationale doorbraak. Dat is er helaas nooit van gekomen. In plaats daarvan zakte Benner in de loop van de jaren zestig wat weg uit het publieke vizier en het zou zo’n twintig jaar duren voordat zich, met name door toedoen van Lambert Tegenbosch, Erik Slagter en voornoemde Loek Brons, een hernieuwde belangstelling begon af te tekenen.


De Bochum-catalogus is niet de vroegste publicatie over Benner. Eerder waren er al kleine catalogi uitgegeven door het Van Abbemuseum (1955, ook in Groningen, Leeuwarden en den Haag), het Stedelijk Museum Schiedam (1958) en het Stedelijk Museum Amsterdam (1959), maar het is wel een van de meest zeldzame. Dat hij af en toe ook in Nederland opduikt is mede te danken aan het feit dat de Bochum-tentoonstelling later werd overgenomen door de Enschedese Kunstkring, die een expositie verzorgde in het Rijksmuseum Twenthe. Maar omdat niet voldoende geld voorhanden was voor een eigen publicatie, besloot men een Nederlandstalig omslag te drukken, die vervolgens om de Duitse catalogus werd gevouwen. Voor wie het eerst komt …







Voor meer details, klik HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.