zondag 8 maart 2015

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 18





Onlangs werd ik erop attent gemaakt dat in het Valse Appel Archief een van de meest voorkomende vervalsingen ontbreekt, namelijk de Ariel-vogel uit 1974. Dat klopt, en een goede reden kan ik er niet voor bedenken. Geen zin meer waarschijnlijk. Maar hierbij alsnog.

Eerder in het VAA  is al ter sprake gekomen hoe sommige galeries voor een tentoonstellingsaffiche gebruik maken van een bestaande litho. Als de reguliere editie van bijvoorbeeld 100 genummerde en gesigneerde exemplaren klaar is, wordt van dezelfde stenen, vaak op goedkoper papier, het tentoonstellingsaffiche gedrukt, met toegevoegde tekst.
Maar het gebeurt ook dat een prent alleen in affichevorm wordt uitgebracht, en in sommige gevalen lijkt een vervalser dan de omgekeerde weg te bewandelen. Hij neemt het beeld van het affiche als uitgangspunt, laat de tekst weg en wil zo de liefhebber laten geloven dat er ook een reguliere editie gesigneerde editie bestaat, terwijl dit niet het geval is. We hebben dit gezien bij het Collection d’Art affiche in aflevering 11 en bij het Palm Springs affiche in nummer 10. Een vergelijkbaar geval is de aankondiging die Appel in 1974 maakte voor Galerie Ariel in Parijs.   



De vervalsing lijkt een vrij exacte kopie, maar bij nadere bestudering  vallen in ieder geval twee dingen op. In het origineel zitten hier en daar kleine zwarte randjes, bijvoorbeeld boven het linkeroog en aan het eind van de rode krul in het midden. Ze suggereren dat bij de eerste drukgang het gehele beeldvlak zwart werd gemaakt, en dat deze zwarte ondergrond na de volgende drukgangen hier en daar nog in het beeld kierde, op plekken waar de vlakken net niet helemaal op elkaar aansloten. Slordigheid, zou je kunnen denken, maar het levert ook een wat levendiger beeld op dan de wat steriel aandoende  vervalsing. Gemakkelijker om te herkennen is echter het bovenste oog, dat in het originele affiche werd gedrukt in zwart en paars, maar in de vervalsing zwart en rood is. Waarbij opgemerkt mag worden dat afwijkingen in een vervalsing niet per definitie een verslechtering zijn.

Een uiterst nuttig naslagwerk voor de affiches van Appel, en vele anderen, is de tweedelige set Arte Affiches, uitgegeven door Adrien Maeght in 1985. De boeken geven een overzicht van alle Arte affiches van 1964 tot 1977. In het colofon worden ons nog twee delen in het vooruitzicht gesteld, die de periode 1978-1985 zouden behandelen, maar die zijn, bij mijn weten, nooit verschenen. Ik heb  ze in ieder geval niet kunnen vinden. Hoe dan ook, deel II geeft op als nr 256 een paginagrote afbeelding van dit affiche.






.

dinsdag 3 maart 2015

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 17




In de loop van de 16 delen van het Valse Appel Archief is een aantal keren verwezen naar de eerste aflevering van het televisieprogramma Het Zwarte Schaap. De opzet van het programma was om steeds een bekende Nederlander uit te nodigen die als ‘controversieel’ kon worden gekenschetst, variërend van Willem Oltmans en de weduwe Rost van Tonningen tot medium Jomanda en Centrum Partij voorman Janmaat. Zij werden ondervraagd door Inge Diepman, die destijds (terecht) werd beschouwd als een opkomend talent in medialand, maar die niet heel lang daarna om onduidelijke redenen weer van het scherm verdween. Om het geheel wat levendiger te maken, werden ‘achter het hek’ ook een aantal mensen uitgenodigd die een duidelijke mening over de gast in kwestie hadden, in de hoop dat zo een levendige discussie zou ontstaan. En dat lukte in veel gevallen ook, soms iets levendiger dan misschien wel de bedoeling was.

De eerste aflevering was gewijd aan Geert Jan Jansen, en omdat het een nieuw programma was, kreeg het veel aandacht in de media. Naast Jansen waren als gasten onder meer uitgenodigd Jan Pieter Glerum, Neerlands knuffelveilinghouder, Jan Nieuwenhuizen Segaar, algemeen gerespecteerd Appel-expert, Jeff Hagen, taxateur, en Henk Plenter en Erna Jansen, bestierders van het Valse Kunst Museum in Vledder.

Het werd een buitengewoon geanimeerde discussie, waarin Inge Diepman niet schroomde om een aantal scherpe vragen te stellen, iets wat niet altijd gezegd kan worden van latere interviewers. Maar het amusementsgehalte werd toch ook bepaald door de andere gasten, zoals Jeff Hagen, die zich bozer maakte dan goed voor hem was, en door Henk en Erna Plenter, die de show stalen met hun ‘naïeve’ valse kunst verhaal.

En, het moet maar gezegd worden, mocht u op de gastenrij denken schrijver dezes te herkennen, dan klopt dat. Hij was ook uitgenodigd, net als de beeldschone kunsthistorica naast hem. Maar toen twee uur studiodiscussie uiteindelijk moest worden ingekort tot drie kwartier, vielen zowel hij als zij ten prooi aan de schaar van de redacteur. Niet interessant genoeg. Geen leuke televisie. Hebt u enig idee wat dat met iemands ego doet? Maar je moet ermee leren leven.

Het programma is, in vier delen, terug te kijken op YouTube. Desalniettemin van harte aanbevolen.


http://youtu.be/2sgBwU6tckU

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 16



De derde prent waarop de Appel-kenners in de Art Crime uitzending van Discovery Channel hun krachten mochten botvieren was een kleurenlitho uitgegeven door L'Oeuvre Gravée, de beroemde uitgeverij van Nesto Jacometti die bij elkaar 40 stuks Appel-grafiek heeft uitgegeven. Ze staan allemaal beschreven in deel 1 van de 'Lascito Jacometti', een overzicht van alle kunst die hij had verzameld en zelf had uitgegeven. De Appel-prenten dragen de nrs LNJ 2 t/m 41. Deze kleurenlitho heet 'Confidences' en dateert uit 1969.

Op dit punt deed zich echter een ernstig probleem voor. Zodra de prent in beeld kwam, stond er met grote letters 'vals' op het scherm. VanderVet en Daniels bekeken het blad van voren en achteren en kwamen beiden uiteindelijk tot de conclusie dat deze toch 'goed' moest zijn. De handtekening leek weliswaar een beetje knullig, maar het papier droeg wel het droogstempel van Oeuvre Gravée, en verder leek er ook weinig mis mee. Toen ze te horen kregen dat het hier om een vervalsing ging, waren hun reacties opmerkelijk. Daniels was verbaasd, en enigszins sceptisch. VanderVet ging een stap verder en besloot de scene met een gedecideerd: 'Ik ben het er niet mee eens!'

De redactie wist het ook even niet meer. In de inleiding was nog gesproken van een meesterlijke vervalsing, geleend van Geert Jan Jansen zelf. Wat was er aan de hand?





'We zullen het nooit weten,' zei de commentaarstem. Misschien is dat wel zo, maar er vallen toch wel enige kanttekeningen te maken. Wat vervalsingsrisico betreft zit deze prent wel in de gevarenzone. Rond 1965 verandert Appels stijl. Na zijn dynamische, meer tekenachtige stijl (volgens sommigen, onder wie yours truly, zijn beste periode) begint hij nu te werken in grotere, tamelijk egale kleurvlakken, en het is juist deze stijl die zich leent voor vervalsing door middel van zeefdruk, omdat het beeld op te delen is in vlakken en vlakjes. Daar staat tegenover dat je deze prent betrekkelijk weinig tegenkomt, in tegenstelling tot de vele bekende vervalsingen, die je voortdurend op de verkeerde plaatsen aantreft. Statistisch gezien is de kans dat hij vals is dus kleiner. Maar dat is nauwelijks bewijs te noemen.

Maar er is nog iets. De zwakke plek in de organisatie van het programma was natuurlijk dat in ieder geval een deel van de prenten was geleend van Jansen zelf. De vogelkop was al eerder als vervalsing geïdentificeerd en wie ooit een lezing van Jansen heeft bijgewoond, weet dat hij daar ook geregeld dit soort Appel-tekeningen bij zich had. Ook op de valse-kunst-exposities waartoe sommige al dan niet artistieke ondernemers zich hebben laten verleiden, was geregeld dit soort werk te zien (en te koop). Niet echt heel moeilijk te determineren dus. Maar Jansen is niet gebaat bij duidelijkheid. Wat hij nodig heeft is mysterie, onzekerheid. Te pas en te onpas herhaalt hij dat er werk van hem in beroemde musea hangt. Natuurlijk zegt hij niet welke, want dan is de lol eraf. Experts van de grote veilinghuizen laten zich bedotten, zegt hij, ja, zelfs Karel Appel zelf weet niet meer of sommige werken nu van hem of van Jansen zijn.

Maar dit alles is natuurlijk een bewust gekozen strategie. Al deze dingen dragen bij tot het in stand houden van de door hemzelf gecreëerde mythe. We zijn ons leven niet zeker, want ieder schilderij van een grote meester zou wel eens van de hand van Jansen kunnen zijn. Maar het moment er duidelijkheid komt, is Geert Jan Jansen voor de media niet interessant meer. Hij kan zich dus niet permitteren dat de experts precies kunnen meedelen welke prenten goed zijn en welke niet, want dat zou het einde van de mythe betekenen. En die mythe streelt niet alleen zijn ego, het betekent ook publiciteit en brood op de plank. Zelf verklaarde hij in kleine kring dat hij voor Discovery 'een perfecte vervalsing' had meegegeven, met vervalst Oeuvre Gravée droogstempel en al.

Het zou kunnen. Maar ik houd ook terdege rekening met de mogelijkheid dat 'Confidences' gewoon een echte Appel was, maar dat Jansen hem zelf als 'vals' had aangemerkt, om de verwarring compleet te maken. Gewoon voor de zekerheid. Want de (impliciete) bedoeling van de Appel-quiz was natuurlijk om te laten zien dat de experts het ook niet weten en elkaar tegenspreken. Als de panelleden feilloos en unaniem de valse van de echte werken hadden weten te scheiden, was het programma, in zekere zin, mislukt. Dan was de meestervervalser gewoon door de mand gevallen. Einde verhaal. En daar was niemand bij gebaat geweest, de programmamakers niet, en Geert Jan Jansen al helemaal niet.

.

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 15



Het onbetwistbare hoogtepunt in de Art Crime uitzending op Discovery (zie VK-14) was de Appel-quiz. De redactie van het programma had bedacht dat het een leuk idee zou zijn om een serie Appels te tonen, zowel valse als echte, en dan een aantal experts uit te nodigen om hun licht daarover te laten schijnen, uiteraard zonder dat ze wisten welke prenten vals waren en welke echt.

Het was een aardig idee, op het eerste gezicht, maar al spoedig doemden er praktische problemen op aan de artistieke horizon. Niet geheel onbegrijpelijk was niet ieder even enthousiast om zijn hand in een dergelijk wespennest te steken. Angst om af te gaan, als zou blijken dat je er helemaal naast zat? Misschien. Maar zelfs als je absoluut zeker wist dat een bepaald werk vals was, of echt, er kwamen nog meer kenners en als die toevallig een andere mening waren toegedaan, op grond waarvan dan ook, dan werd daarmee zelfs het best gefundeerde oordeel opeens gereduceerd tot niet meer dan een willekeurige mening. Het resultaat was dat de ene na de andere expert die benaderd was, afhaakte.

Het kostte dus nogal wat moeite om een panel bij elkaar te krijgen. Het dappere team dat instemde om op te draven voor de camera's in het COBRA-Museum in Amstelveen bestond uiteindelijk uit Richard Hessink, veilinghouder te Zwolle en tot op dat moment niet echt bekend als Appel-kenner, Henk Vander Vet, galeriehouder en zeefdrukker in den Haag, die zelf talloze prenten met Appel heeft gemaakt en zich ook uitgebreid met vervalsingen heeft beziggehouden, en Lex Daniels, eigenaar van Reflex Modern Art Gallery in Amsterdam, door Jansen in zijn boek Magenta niet bepaald vleiend geportretteerd, maar niet alleen in het bezit van een gezonde dosis eigendunk ('Als ik zeg dat het goed is, dan is het goed.'), maar ook van een grote collectie vervalsingen en een uitgebreide kennis en documentatie.

Het was zover. Beleid door een stemmig muziekje betraden de gladiatoren de arena, waar vijf werken stonden uitgestald. De nummers 1, 2 en 3 waren vals, uitgeleend door Geert Jan Jansen, zo werd de kijker onmiddellijk meegedeeld. Wat zouden de experts ervan maken?

  


Prent nummer 1 vormde niet echt een probleem. De 'vogelkop' kwam je een tijdlang zeer geregeld tegen op foute plaatsen, aangeboden door foute mensen. En altijd e.a.'s. 'Vals', riep de jury dan ook in koor. Geslaagd!

Voor de volledigheid: het tweede werk, een 'vroege tekening' werd zowel door Hessink als door Daniels resoluut als 'niet goed' werd betiteld. VanderVet twijfelde: 'Hij zou goed kunnen zijn...' Maar was het dus niet. 

Voor nummer 3 moet u, ter wille van de overzichtelijkheid, even doorgaan naar de volgende aflevering.


Postscript

Na zoveel jaren zal ik opbiechten dat ook ik was uitgenodigd om in het panel plaats te nemen. Ik werd gebeld door Discovery en toen ik informeerde wie er nog meer waren gevraagd, werd alleen Hessink genoemd, wat in mijn ogen niet echt een aanbeveling kon worden genoemd. Jan Nieuwenhuizen Segaar was wel benaderd, meen ik mij te herinneren, maar wilde niet. Uiteindelijk besloot ik dat ik er eigenlijk niets mee te winnen had en veel te verliezen, en na rijp beraad heb ik daarom, om de redenen die ik hierboven heb genoemd, meegedeeld dat ik niet meedeed. Of ik dan niet iemand anders wist? Jawel, Henk Vandervet zou kunnen, of bijvoorbeeld Lex Daniëls. Zo gezegd, zo gedaan. Beiden werden benaderd, en beiden stemden toe.

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 14



In december 2003 wijdde Discovery Channel een hele avond aan het thema ´Art Crime´. Nu klinkt dat indrukwekkender dan het in werkelijkheid was, want als je alle reclameblokken eruit knipte bleek de tijdsduur nogal tegen te vallen, maar het was desalniettemin een gedenkwaardige avond, waarop alle artiesten uit het Valse Kunst Circus wederom hun opwachting maakten. Er was, hoe kan het anders, een prominente plaats ingeruimd voor Geert Jan Jansen, die met zichtbaar genoegen zijn bekende verhaal deed. Het kasteel in Frankrijk, de Duitse inspecteur Ernst Scholler, de arrestatie, de problemen die de Franse justitie had om zijn schuld aan te tonen, het werd allemaal breed uitgemeten en ieder kwam zijn zegje doen. Niets nieuws onder de zon, zou je dus zeggen.

Toch kwam er ook nog een interessant stukje voor het Valse Appel Archief in voor. Jansen had ´voorzorgmaatregelen getroffen´, en toevallig kwam er net op de dag van de opnamen ´een pakje uit Antwerpen´, dat hij lang daarvoor in een kluis had opgeborgen. Voor de camera´s pakte hij het uit en bekeek met gepaste trots de zeer gevarieerde inhoud. En al bladerend stuitten we warempel op een mij tot op dat moment onbekende 'Appel' (zie boven).

Begin dit jaar kreeg Jansen, na lang procederen, eindelijk een deel van zijn in beslag genomen werken terug van de Franse justitie, een feit waaraan in de pers weer uitgebreid aandacht werd besteed. Een van die artikelen verscheen in de NRC en was geschreven door Kester Freriks, die wel meer stukken over GJJ op zijn naam heeft staan, maar het was ongetwijfeld geautoriseerd door de meestervervalser zelf. Er werd een hele serie gerestitueerde werken getoond, waarbij valse met een rood kruis werden aangeduid. En bij de door de meester zelf als 'vals' bestempelde werken zien we opeens ook weer onze 'litho'. In de stijl van.



Een interessant detail volgt tegen het eind van het stukje. Jansen meldt dat hij alle valse litho's het oplagenummer 13/100 meegeeft, dit om duidelijk te maken dat het hier om een vervalsing gaat. Er moeten toch eenvoudiger manieren te bedenken zijn om dat duidelijk te maken, zou je toch zeggen. Maar enfin, hij wordt weer bedankt. Maar geloven doe ik hem niet.

maandag 2 maart 2015

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 13



Daar zijn ze dan, Henk en Erna Plenter van het enige echte Valse Kunst Museum in Vledder. Ze zien er gelukkig uit en dat zijn ze ook vast, ondanks, of misschien wel dankzij, het feit dat ze hier poseren voor een ontegenzeglijk valse Appel, door Geert Jan Jansen hoogstpersoonlijk geïnspecteerd.





Het probleem bij deze prent is wel dat er nauwelijks aanvullende informatie is. De oplage is 100, en hij is, als het goed is, gedrukt op Arches, maar bij het oningelijste exemplaar dat ik in handen heb gehad en dat ook vrijwel zeker vals was, was het blad zover afgesneden dat van het watermerk 'Arches', dat linksonder hoort te zitten, alleen nog '-ches' over was.

Een vergelijking goed/vals is in dit geval ook niet mogelijk, omdat ik niet beschik over een afbeelding van een origineel. Erger nog, ik vermoed dat er helemaal geen origineel bestaat en dat we we hier te maken hebben met een prent 'in de stijl van Appel' (vergelijk VK1).


Noot: 

De tekst van deze aflevering van het Valse Appel Archief dateert, net als de meeste andere, uit 1997. Hen Plenter overleed in oktober 2011. Erna Jansen is nog steeds actief bij de Museums Vledder.


HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 12




Een wel zeer bondige en beknopte aflevering in het Valse Appel Archief, met een zeefdruk uit 1969. Niet zijn mooiste, roept u misschien uit, en ik kan u alleen maar gelijk geven. Maar dat terzijde. Enige tijd geleden kon je de prent met enige regelmaat aantreffen op internetveilingen, dus alle reden om hem eens nader te bekijken. De kleuren lopen hieronder nogal uiteen, maar, zoals, al eerder vermeld, dit kan ook worden veroorzaakt door verschillen in de instellingen van computer en/of camera. De eerste foto komt het dichtst bij het origineel.

Het is lastig om verschillen in vorm te ontdekken en we moeten opnieuw concluderen dat men bij het vervalsen zorgvuldig te werk is gegaan. Het is geen slordig broddelwerk. Toch is er een verschil dat opvallend genoeg is om als criterium voor vals/echt dienst te kunnen doen. De roze achtergrond loopt niet rondom door. Aan de linker- en onderzijde vinden we opeens open stukken. Als we het origineel goed bekijken, zien we dat dit kleurvlakken zijn in heel licht geel/creme. Op de vervalsing is dit stuk echter onbedrukt: wat we zien is wit van het papier. Of anders gezegd, er ontbreekt een drukgang in de vervalsing!

Nog een belangrijk verschil, zij het van andere aard: het origineel is gedrukt in een oplage van 75, de vervalsing geeft een editie van 100 aan.


HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 11




Nog even terug naar Vledder, naar het Museum voor Valse Kunst, naar Geert Jan Jansen, en naar de eerste van de drie prenten op de achtergrond. Wat is dat voor een prent, en waarom hangt hij daar?

In 1976 organiseerde de Amsterdamse galerie Collection D’Art een tentoonstelling van Appel, waarvoor een speciaal affiche werd ontworpen dat gedrukt werd bij Imprimerie Arte in Parijs. Je komt het wel eens tegen op veilingen, waar het dan meestal rond de honderd euro opbrengt. Maar als litho in oplage is hij moeilijk te vinden. Het enige exemplaar dat ik op ArtPrice heb kunnen ontdekken is ooit geveild bij Tajan in Parijs. Maar dat heeft merkwaardig genoeg precies dezelfde breedte als het affiche van Collection D’Art, alleen is het zo’n vijftien cm minder hoogte. En dat is precies de ruimte die de tekst inneemt. Het exemplaar was gesigneerd in het smalle witte randje aan de onderkant; de andere drie randen leken aflopend gedrukt, tot aan de rand, net als het affiche.




In een eerdere aflevering van het Valse Appel Archief is gesproken over het gebruik om als een reguliere grafiek editie, genummerd en gesigneerd, is gedrukt, daarna van dezelfde stenen een poster editie te maken, met toegevoegde tekst over de details van de expositie.Maar dat gebeurt niet altijd. Soms wordt ook alleen een affiche gemaakt. Het ligt voor de hand dat juist deze originele affiches bij verzamelaars in hoog aanzien staan. En soms gebeurt het dat van deze affiches exemplaren in omloop komen waarop het beeld is gedrukt, maar de laatste drukgang, die met de tekst, ontbreekt. We spreken dan van een affiche 'avant-la-lettre'. Veel exemplaren zijn er doorgaans niet van, maar je komt ze af en toe tegen.

Dus wat hangt er nu precies daar in Vledder? Een Jansen vervalsing, of een affiche avant la lettre waarop iemand een valse handtekening heeft gezet?

Toch nog maar eens kijken, daar in het Museum voor Valse Kunst.



HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 10





Van een vriendelijke klant kreeg ik onlangs bovenstaande foto van een Appel 'litho', in 1997 voor weinig geld gekocht op een kleine veiling. Een klassiek geval, zou je bijna zeggen. Een jaar later besloten ze om de prent te laten onderzoeken door de meest vooraanstaande Appel-expert in Nederland, Jan Nieuwenhuizen Segaar. Ze stuurden de foto op en verstrekten op zijn verzoek nadere informatie over de achterkant van het blad (zgn. doorslag) en over de aanwezigheid van een eventueel watermerk in het papier. Na verloop van tijd ontvingen ze, tegen betaling uiteraard, een expertiserapport, waarin de prent werd omschreven als 'een kopie ... op een soort offsetpapier van Van Gelder'.

Het bovenstaande verhaal biedt ons een goede gelegenheid in te gaan op het papier, de zgn. drager. De meeste Appel grafiek is gedrukt op Frans papier van het merk Arches, en draagt het watermerk. Een interessant detail is dat zowel Arches als BFK Rives papier vanaf 1981 werden voorzien van een 'kringloopteken' onder de merknaam, dat een lemniscaat wordt genoemd en zich het best laat omschrijven als een liggende, iets uitgerekte symmetrische 8. Papier dat dit watermerk draagt werd dus gemaakt na 1980. Omdat de meeste Appel-grafiek van voor die tijd zal dateert kan het kringloopteken in sommige gevallen dus de doorslag geven voor wat betreft authenticiteit, of liever gezegd, het tegendeel daarvan. Niet lang geleden kreeg ik een fraai voorbeeld in handen van een prent-met-kringloopteken die in potlood was gedateerd '1971'. Vals dus.



Litho's en zeefdrukken vereisen verschillende soorten papier. Dit heeft te maken met het feit dat bij een zeefdruk de inkt als het ware in laagjes wordt 'gestapeld', waardoor men vaak vrij gemakkelijk de volgorde van de drukgangen vast kan stellen, omdat iedere kleur de onderliggende 'afdekt' en zich daar niet mee mengt. Vaak wordt bij zeefdrukken een steviger, compacter soort papier gebruikt dan de traditionele zachte soorten vélin papier, dat sterker absorbeert en dat aan de achterkant vaak een soort 'vetvlekken' vertoont in de vorm van een of meer drukgangen. Voor Nieuwenhuizen Segaar was dit een van de criteria waarop hij de prent afkeurde. Eerlijkheidshalve moet ik hier echter aan toevoegen dat ik Jansen in een discussie over het onderwerp heb horen beweren dat dit effect afhankelijk is van de gebruikte verf en ook in zeefdruktechniek wel kan worden verkregen. Ik kan geen uitsluitsel, hoewel ik me niet kan herinneren dat ik het zelf ooit heb gezien. Maar dat zegt niet alles.

Naast de technische benadering, die zich richt op papier en druktechniek, kun je je ook concentreren op het beeld zelf. Voorwaarde is dan natuurlijk wel dat je beschikt over vergelijkingsmateriaal. Het eerste dat in dit verband hier gezegd moet worden (en dat is een dubieus compliment) is dat de prent zorgvuldig is nagemaakt. Op het eerste gezicht vallen er nauwelijks afwijkingen te constateren, als we tenminste kleurverschillen die ook kunnen zijn ontstaan door verkleuring of door verschillende computerinstellingen buiten beschouwing laten.

Er is natuurlijk nog een bijzonder verschil: het origineel is op de gebruikelijke manier genummerd en gesigneerd buiten de afbeelding. De vervalsing is gesigneerd met wit krijt in het beeldvlak rechts onder, mogelijk omdat er op het beschikbare papier geen ruimte meer was. In dit geval zou het dus belangrijk zijn om van alle beschikbare bladen beeld- en bladmaat te vergelijken met dat van het affiche van het Palmspring Desert Museum, om te kijken of we hier misschien met een bijgesneden affiche te maken hebben.

Voorts is dit een goede gelegenheid om te melden dat nummeringen vaker wel dan niet in een afwijkend handschrift voorkomen. Meestal verzorgde de drukker de nummering en hoefde de kunstenaar alleen maar te signeren. Verschillen in handschrift zijn op zich dus geen reden om aan een vervalsing te denken.

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 9



Het wordt tijd om in het Valse Kunst Archief uw aandacht te vragen voor een van de meest curieuze musea in Nederland (in de wereld, vinden ze zelf): het Valse Kunst Museum van Henk Plenter en Erna Jansen in Vledder, Drenthe. Lang geleden, toen ze allebei nog werkzaam waren in het onderwijs, kochten ze bij een galerie in de Amsterdamse Spiegelstraat hun eerste kunstwerk, een litho van Matisse, voor vijftienhonderd gulden. Het was het begin van een vloedgolf van aankopen her en der in den lande, meest grote namen op kleine veilingen.

In 1994, na de arrestatie van Geert Jan Jansen in Frankrijk, publiceerde het Duitse tijdschrift Weltkunst twee artikelen waarin de vervalsingen aan de kaak werden gesteld, en een van de afbeeldingen was, jawel, een litho van Matisse. Dat verklaarde, begrepen Henk en Erna nu, waarom de galerie destijds nooit een rekening had gestuurd, en ook waarom het werk niet terug te vinden was in boeken over Matisse. Toen ook vele van hun andere aankopen vals bleken te zijn besloten ze van de nood een deugd te maken en enkele jaren later vestigden ze in het voormalige gemeentehuis in Vledder niet alleen het Museum voor Grafiek en Glaskunst, maar ook het Museum voor Valse Kunst, waar Erna onvermoeibaar rondleidingen langs de diverse falsificaties houdt. Toen Jansen in de publiciteit trad met de publicatie van zijn boek Magenta, was hij een tijdlang in Vledder een graag geziene gast, wiens aanwezigheid voor een aanzienlijke stijging in de bezoekersaantallen zorgde.

Geen Valse Kunst Museum zonder Appels, en hoewel Jansen zich, in verband met het nog steeds lopende proces tegen hem in Frankrijk, als het om falsificaties gaat enigszins cryptisch pleegt uit te drukken ('Die komt me wel bekend voor'), noteerde Plenter ijverig zijn uitspraken over de in het museum aanwezige prenten, en in het Nieuwsblad van het Noorden poseerde de meestervervalser voor 'zijn' werk. Welke prenten hangen daar nou precies ? Laten we de achtergrond van de foto eens aan een nadere inspectie onderwerpen.






De middenste van de drie zichtbare prenten kon je de afgelopen tijd regelmatig tegenkomen op allerlei veilingen. Dat hij nu pas in het Valse Kunst Archief opduikt komt in de eerste plaats omdat ik hem, voor zover ik me kan herinneren, nog nooit in het echt heb gezien. Ik ken het origineel alleen van een zwart-wit kopie uit een catalogus van Galerie Berggruen die door Henk Plenter en Erna Jansen in het Valse Kunst Museum in Vledder direct onder de vervalsing is geplakt. De afgelopen maanden heb ik voortdurend geprobeerd op internet een afbeelding te vinden, maar tot nu toe zonder resultaat. Maar gezien de frequentie waarmee de prent opduikt lijkt het raadzaam er alvast iets over te zeggen.

'Tete couronnée', Frans voor 'gekroond hoofd' maar om onduidelijke redenen door een internetaanbieder die geen Frans in zijn pakket had ooit omgedoopt tot 'Koningsaap', behoort tot de categorie 'pseudo-litho's', zeefdrukken die door moeten gaan voor lithografieën. Zelfs op een zwart-wit afbeelding is te zien dat het origineel aanzienlijk meer nuance vertoont dan de zeefdruk, maar voorlopig wil ik me beperken tot het meest opvallende verschil: de horizontale witte lijn die onderin de prent het zwarte van het rode vlak scheidt (op een vergelijkbare manier als de witte verticale lijn links): is die lijn er niet is (zoals op de afbeelding hierboven), dan heeft men te waarschijnlijk te maken met een vervalsing. Meer duidelijkheid hierover zodra ik meer afbeeldingen heb gevonden.



Postscript

-Het wordt nog ingewikkelder. Naast de Jansen-vervalsing die de wand in Vledder siert, is er later nog een vals hoofd opgedoken, dat ik hierboven (ten dele) kaat zien. De kroon bestaat uit vijf gekleurde tanden, maar opvallend genoeg zijn (vanaf links gerekend) de eerste en de derde hier wit gebleven, terwijl ze geel/oranje zouden moeten zijn. Alweer een fout in het gebruik van de verschillende drukgangen, die eens temeer aangeeft hoe belangrijk een nauwkeurige inspectie daarvan is bij het opsporen van ontmaskeren van vervalsingen.

- Henk Plenter is in oktober 2010 overleden. Erna Jansen is nog steeds nauw betrokken bij de Museums Vledder.

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 8

  






In aansluiting op de prent in VK7 wil ik, bij wijze van uitzondering, wijzen op een verschijnsel waar ik zelf geen afdoende verklaring voor kan geven, maar dat te belangrijk is om onvermeld te blijven.

Appel-prenten worden in de wandeling aangeduid als 'litho's', en in veel gevallen zijn het dat ook. De vervalsingen zijn echter geen litho's, maar zeefdrukken. In zijn boek Magenta verhaalt Geert Jan Jansen Jansen omstandig hoe hij in een bollenschuur in Noord Holland experimenteerde om zijn zeefdrukken zoveel mogelijk op litho's te laten lijken.

Zeefdruk is een vorm van 'doordruk' (in tegenstelling tot hoogdruk , diepdruk etc.) die gebaseerd is op het afdekken, met was of anderszins, van die delen van de zeef die geen verf mogen doorlaten. Op de zeef ontstaat dus een vorm die, wanneer er verf doorheen geperst wordt, doorgedrukt wordt op het papier. Een zeefdruk bestaat dus uit een opeenvolging van vormen die naast maar ook vaak over elkaar heen worden gedrukt. In de regel, en als het goed is, worden de zeven na gebruik vernietigd, net als een etsplaat of een lithosteen na gebruik wordt gemerkt of geslepen. Dit is van belang omdat alleen op deze manier een beperkte oplage lkan worden gegarandeerd.

Wanneer dit niet gebeurt zitten we al gauw in de problemen. Iedereen kent de Picasso etsen waarvan de platen ooit in verkeerde handen zijn gevallen en waarvan afdrukken waarschijnlijk tot het einde der tijden zullen blijven opduiken. Als de aparte zeven die nodig zijn voor elke drukgang bewaard worden, kun je ze in principe ook in andere configuraties gebruiken. Je zou dus in theorie een 'nieuwe' Appel zeefdruk kunnen maken die is samengesteld uit beeldelementen van een bestaande druk. Dat dit ook werkelijk op deze manier is gebeurd bij de onderstaande prenten is iets dat ik niet kan aantonen. Wat wel duidelijk is, is dat de middenste en de rechterprent beeldelementen bevatten die rechtstreeks afkomstig lijken te zijn van de linker. Het aantal drukgangen/beeldelementen op de linkerprent is weliswaar veel groter dan op de andere twee, maar wie de lijnen naloopt zal ook de overeenkomsten vinden. En dat zijn er teveel om de prenten nog met een gerust hart te kunnen aanschaffen. Voorlopig weet ik geen betere verklaring dan dat tijdens het proces van vervalsen ook een aantal prenten (of proeven) waarvan het aantal drukgangen nog niet compleet was op de een of andere manier in omloop zijn gekomen. Bij een reguliere, geautoriseerde grafiekuitgave zouden dit soort drukproeven of 'onaffe' prenten ongetwijfeld zijn vernietigd. Ik vrees dat er dus geen andere conclusie mogelijk is dan dat zowel de tweede als de derde prent vals zijn. 



HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 7





  
Ze worden er niet beter op, de plaatjes in deze aflevering van het Valse Appel Archief. Ze dateren dan ook nog uit een tijd dat ik dacht dat het voldoende was om internetbestanden uit te printen en ze dan in een map te stoppen met 'APPEL' erop. Nu moet ik ze van die prints weer fotograferen en daar worden ze niet mooier van. Excuses. Maar hoe dan ook, ze zijn duidelijk genoeg voor het doel.

Dat we de eerste litho in deel 7 als 'vals' kunnen betitelen, danken wij aan de Amerikaanse firma Del Rey Fine Arts, die op internet een Appel-poster aanbood van een galerie uit Kopenhagen en daar bovendien nog bij vermeldde dat 'the scanned image is of a photograph from the artist's catalogue'. Dubbele zekerheid, als het ware. De kans dat er een vals werk op een tentoonstellingsaffiche verschijnt moet immers als vrijwel nihil worden beschouwd. Een expositie valt onder de directe of indirecte supervisie van de kunstenaar of zijn vertegenwoordiger, en voor het affiche zal vrijwel altijd een werk uit de tentoonstelling worden gebruikt.  

Wanneer we de beide plaatjes vergelijken wordt al snel duidelijk dat er op de linkerprent, evenals in deel 6, is gerommeld met de kleurgangen. Zo is de onderkaak van de kop linksboven op het origineel blauw en op de vervalsing rood, terwijl er in het origineel in de ogen van de kleinere kop rechts geen groen zit. Ook is het groene vlakje met de zware zwarte contour in het centrum in de vervalsing omgeven door rood, en in het origineel door paars. Verdere verschillen laat ik graag onbesproken ten behoeve van uw lange winteravonden.

Overigens wil ik, bij wijze van terzijde, hier nog wel opmerken dat ik, als ik heel eerlijk ben, de rode onderkaak in de vervalsing mooier vind dan de blauwe in het origineel. We zijn terechtgekomen in een periode waarin het Appel allemaal blijkbaar niet kleurig genoeg kon zijn, en hij onbekommerd de ene kleur naast en over de andere zet. Maar aan de kwaliteit komt het allemaal niet zo ten goede. Overdaad schaadt, en dat geldt zeker voor Appels grafiekproductie in de jaren zeventig, met als dieptepunt de schier eindeloze reeks streepjesbeesten die uitzwermden over de wereld. Maar Appel was beroemd geworden, en voor veel mensen was iedere Appel blijkbaar beter dan geen. 'Kijken met de oren' wordt dat wel genoemd. En dat dat ook in later tijden, en misschien wel tot aan vandaag de dag toe, in brede kring opgeld doet mag wel blijken uit het feit dat het de moeite waard was om zelfs slechte Appel-prenten te vervalsen.



HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 6



  
Vrolijke kleurige prenten zijn het, die Appel litho's. Soms wel wat erg kleurig, zullen sommigen misschien zeggen. Hoe kleuriger hoe beter, menen anderen, onder wie de vervalser van deze prent uit 1973. En hij voegde ook nog roze toe, een drukgang die in het origineel helemaal niet voorkomt. Vergissing? Overmoedigheid? Hoe dan ook, het gebruik van roze, in de ogen en op de borst, is het voornaamste kenmerk waardoor de valse prent zich onderscheidt van de echte.

De echte (de rechter dus) maakt deel uit van een map die oorspronkelijk in Denemarken werd uitgegeven en die recent werd geveild bij Christie's. De illustratie komt uit hun catalogus. Ik citeer de relevante details uit hun beschrijving:

'PORTFOLIO - COBRA, Denmark, Dan-Graphique, 1973. The complete set of seven signed and numbered lithographs in colors, horse-texte, title page and text, on wove papers, copy 73 of 150, [...] original paper wrappers and blue linen-covered portfolio with printed title.[...] Including works by Egill Jacobson, Chr. Dotremont, Corneille, Karel Appel, Pierre Alechinsky, Asger Jorn, and Carl-Henning Pedersen'

De richtprijs voor de map bedroeg (vvor de goede orde) 2000 - 3000 dollar.

Het 'slopen' van mappen komt in de kunsthandel veel voor. Het is natuurlijk gemakkelijk om daar moralistisch te doen. Het hoort niet. Maar daarom is het nog niet altijd onbegrijpelijk. Het is gemakkelijker om acht kopers voor een prent van duizend euro te vinden dan een die bereid, en in staat, is om achtduizend voor de hele set te betalen. Wij zijn zelf, twee jaar lang, de trotse eigenaars geweest van de complete map A Beast-Drawn Man, met zeven litho's. We waren vastbesloten de map compleet te houden en niet te zwichten voor die ene klant die deze prent wel wilde kopen en de volgende die wel belang had bij een andere. Iedereen vond hem prachtig, maar niemand kocht hem compleet, totdat we hem uiteindelijk van de hand hebben gedaan aan een collega. Ik maak me weinig illusies wat er uiteindelijk mee is gebeurd.

Het gevolg van dat 'los verkopen', om het iets vriendelijker te zeggen, is wel dat complete mappen niet alleen duur, maar vaak ook hoogst zeldzaam worden. Appel heeft in de loop van tijd een hele serie mappen gemaakt, maar de twee die er hoog bovenuit steken zijn, althans naar mijn mening, A Beast-Drawn Man en Paysages humains. En van die laatste heb ik nog nooit een compleet exemplaar gezien. Deze mappen bevatten, voor mij, het beste dat Appel op grafisch gebied heeft gepresteerd.

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 5






Een schoonheidsprijs verdienen ze niet, de plaatjes in deze vijfde aflevering van het Valse Appel Archief. Alleen de eerste foto is direct van de prent genomen, de andere twee zijn gefotografeerd van een print die ik zo'n anderhalf jaar geleden van internet heb afgehaald. In die tijd kwam je deze litho (of eigenlijk: zeefdruk-naar-litho) heel geregeld op het net tegen, maar om niet geheel duidelijke redenen lijkt hij daarna van de aardbodem verdwenen. Maar zelfs met een zeer matige kwaliteit kun je nog wel een vervalsing aan het licht brengen, als je tenminste, zoals al eerder opgemerkt, in de eerste plaats let op de vorm, en minder op de kleur, die om allerlei redenen kan afwijken, zoals de rechter afbeelding laat zien.

We hebben hier te maken met twee plaatjes die elkaar op het eerste gezicht weinig ontlopen en als een van beiden dus een vervalsing is, moet in ieder geval gezegd worden dat het er zorg aan is besteed. Maar als we al verschillen kunnen vinden, hoe weten we dan welke de echte versie is en welke de valse?

Het antwoord komt van het derde plaatje, een poster waarvoor dezelfde afbeelding is gebruikt. Het voordeel van een affiche is dat de kunstenaar er vrijwel altijd. direct of indirect, bij betrokken is en dat het dus vrijwel is uitgesloten dat er een vals werk op verschijnt. We mogen er dus van uitgaan dat de derde afbeelding 'goed' is. Het beeld komt onmiskenbaar overeen met de linker litho. Het is een kwestie van details: de dikte van de lijnen (bijvoorbeeld de blauwe lijn onder het zwart rechts boven), de ogen (op de een of andere manier zijn ogen altijd moeilijk na te maken) en als meest duidelijke, en dus het gemakkelijkst te onthouden kenmerk het door een zwart 'poortje' omgeven centrale vlakje midden boven, dat in de echte versie wit is en in de valse editie rose/rood.


 


De litho 'Seeing eyes' werd gemaakt in opdracht van Trans World Art in New York, die ter gelegenheid van de Bicentennial, het tweehonderdjarig bestaan van de Verenigde Staten, in 1978 een portfolio uitbracht met prenten van een aantal vooraanstaande kunstenaars. Behalve de gesigneerde en genummerde editie in een oplage van 200 werd er van Appels prent ook een poster gemaakt.

Het naast elkaar bestaan van de litho en de poster is misschien een goede gelegenheid om eens in te gaan op de overeenkomsten en verschillen. Er bestaat in kringen van verzamelaars een zekere hiërarchie, waarbij sommige soorten affiches hoger worden aangeslagen dan andere.

Voor een gewoon tentoonstellingsaffiche wordt in de meeste gevallen gebruik gemaakt van een bestaand werk als achtergrond of als illustratie. Een grafisch vormgever maakt een ontwerp, kiest lettertype en -grootte en plaatst de informatie in het beeldvlak, over of onder een reproductie van een werk in de expositie. 

Voor de serieuze verzamelaar is dit soort affiches niet interessant. Immers, de kunstenaar heeft er niets mee te maken gehad. Hoogstens heeft hij toestemming gegeven om een bepaald werk ervoor te gebruiken. Verzamelwaardiger zijn zgn. 'lithografische' affiches. Hiervoor worden de stenen van een originele litho gebruikt. Nadat de reguliere editie is voltooid, wordt een extra drukgang met tekst toegevoegd en wordt er 'doorgedrukt', meestal op goedkoper papier, met kleinere marges en in een grote oplage. De afbeeldingen van de litho en het affiche zijn dus volstrekt identiek, omdat ze van dezelfde stenen zijn gedrukt, maar alleen de reguliere editie wordt voorzien van een nummering en de handtekening van de kunstenaar. De andere wordt vaak aangeduid als de 'poster editie'. Toch ligt ook hieraan een origineel beeldconcept ten grondslag en in feite kunnen we dus ook bij lithografische affiches spreken van een origineel werk in oplage, zij het dat die niet is gespecificeerd en dat er tekst aan is toegevoegd. Het lijkt in deze context bijna overbodig te vermelden dat wanneer de tekst niet over, maar onder de tekst is geplaatst, er altijd mensen zullen zijn die het tekstdeel afsnijden en de rest van het blad, al dan niet voorzien van een valse handtekening, aanbieden als een 'originele litho'. Een dergelijk geamputeerd affiche is te herkennen aan de afmetingen en de papiersoort. 

Het onderscheid tussen de lithografische poster en de originele litho in beperkte oplage laat zien dat de exclusiviteit van grafiek een volstrekt kunstmatige zaak is. De nummer 1 van de reguliere editie is kwalitatief niet beter dan de laatste van de postereditie. Het is de uitsluitend de nummering en de signatuur die de exclusiviteit, en daarmee de prijs, bepalen. .

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 4

   



Leuke kleine Appeltjes, zou je zo op het eerste gezicht zeggen. Vrolijke, speelse prenten, typisch Appel rond 1970. Een kniesoor zou misschien opmerken dat ze een beetje een rare maatvoering hebben, en dat de marges misschien wel wat aan de krappe kant zijn. Maar verder lijkt er weinig mee aan de hand. Dat wil zeggen, tot je bij de signatuur komt: ze zijn gesigneerd met initialen 'k.a.', in kleine letters. Vreemd, want van Appel kennen we maar twee signaturen, 'CKAppel' en, in de meeste gevallen, simpelweg 'Appel'.

De oplossing blijkt simpel: de kleine Appeltjes zijn verknipte versies van de litho die hieronder staat afgebeeld. Van de vier kwarten is er dus maar een die een originele signatuur in potlood draagt; de andere drie zijn door scherp calculerende knippers voorzien van initialen en soms een oplagenummer. Want vier kleine Appeltjes brengen meer geld op dan een grote. Logisch, nietwaar?

Maar hieronder staat de enige echte (lees: volledige):




Karel Appel, Vier figuren, kleurenlitho, gesigneerd en gedateerd '1970' in potlood r.o., 80 x 62 cm, met droogstempel London Arts, Detroit, USA.





HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 3




 In de eerste aflevering van het VARA televisieprogramma Het Zwarte Schaap, dat al eerder ter sprake kwam, trad Geert Jan Jansen op als gast. (Voor een uitgebreid verslag van de opnamen, zie het Valse Kunst nummer van Afslag Noord) Als illustratiemateriaal had Jansen zelf wat 'litho's' meegebracht die als decor fungeerden. Het waren vroege vervalsingen, zei hij ietwat verontschuldigend. Want dat was natuurlijk altijd het probleem: de slechte vervalsingen worden ontdekt, de goede niet. En dit waren dus niet zulke hele goede.

Hoe moest ze zich dat voorstellen, vroeg presentatrice Inge Diepman zich af, stond hij dan met de vervalsing in de ene hand en het origineel in de andere? Ja, antwoordde Jansen, afgezien van het feit dat je ook bij vervalsen twee handen nodig had, had hij het origineel in ieder geval binnen handbereik. De vervalsingen, zo wordt hier duidelijk, zijn dus kopieën of reconstructies van de originele prent.




  
Als voorbeeld kwam toen een originele Appel litho in beeld, met daarnaast de Jansen-vervalsing. Het was een uiterst leerzame vergelijking. In de eerste plaats moet dat de Appel prenten die voor vervalsing in aanmerking komen aan bepaalde eisen moeten voldoen. Vervalsingen van vroeger werk, tot midden jaren zestig, heb ik bijvoorbeeld nooit aangetroffen. De reden daarvoor is, zo vermoed ik, dat het vroege werk anders van karakter is. Het is veel dynamischer, en het het handschrift is duidelijker in de prent aanwezig. De nuanceringen in lijn en kleur die dat met zich meebrengt zijn veel moeilijker na te maken dan de egale kleurvlakken waarvan Appel zich in later werk gaat bedienen en die veel simpeler in zeefdruk na te maken zijn.

Maar zelfs vervalsen blijft mensenwerk. Hoe zorgvuldig men ook tracht te komen tot een exacte kopie van het origineel, het moet wel heel goed gaan willen er geen kleine verschillen optreden. Deze zijn in de regel echter zo onopvallend dat ze zonder vergelijkingsmateriaal nauwelijks opvallen. En dat is ook de reden dat ze op grote schaal verkocht konden en kunnen worden. Er ontbreekt een ijkpunt, een een deugdelijke en goed geillustreerde oeuvrecatalogus van het grafisch werk, waarbij met bij twijfel te rade kan gaan. De afwijkingen in de vervalsingen vallen alleen op als men het origineel ernaast kan leggen. En daarom was het een goed idee om zo'n vergelijking in het programma op te nemen.

Laten we de beide prenten eens nader bekijken. Het eerste dat opvalt is dat op bij Jansen de contouren duidelijk zwaarder aangezet zijn, vooral rond de ogen. Die ogen zijn trouwens bij Jansen aanzienlijk minder genuanceerd dan bij Appel zelf, ze zijn 'dichtgeschilderd'. Wie in de gelegenheid is om dit soort gereconstrueerde litho's in detail te vergelijken (en daar is internet goed voor) zal vaak e tot een lijstje kleinere en grotere verschillen komen. Daarbij dient men in de eerste plaats te letten op vorm. Immers, kleuren kunnen op de computer veranderen, en prenten kunnen verkleuren. Een afwijkende kleur is, zeker op een plaatje, geen betrouwbaar criterium.

In de praktijk is het gemakkelijk om van de geconstateerde verschillen het meest opvallende te onthouden. Zo concentreer je je op het meest duidelijke kenmerk, het verschilpunt waaraan je de goede en de valse prent in een oogopslag kunt onderscheiden.

In dit geval is dat de zwevende blauwe vorm in het midden. Bij Jansen raken de uiteinden elkaar, terwijl ze bij Appel vrij blijven. Dat betekent dus: 'blauwe lijnen vrij = goed' en 'blauwe lijnen raken elkaar = vals'. Simpel, nietwaar?

Noot:   Het programma Het Zwarte Schaap is, in vier delen, terug te zien op YouTube. 




Postscipt:

In maart 2015 wijdde Ivo Niehe een hele uitzending aan Geert Jan Jansen. Veel nieuws leverde het niet op, wel veel mooi beeldmateruaal. En een klein stukje uit een eerdere uitzending, waarin een voorbeeld van een Jansen-vervalsing omhoog houdt. Duidelijk is te zien hoe de blauwe lijnen elkaar raken.

zondag 1 maart 2015

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 2



De 'studentenlitho' is waarschijnlijk de bekendste prent die Appel heeft gemaakt. Je komt hem overal tegen, op allerlei kleine veilingen en op internet, soms in meerdere exemplaren van verschillende aanbieders. En juist de regelmaat waarmee je hem ziet leidt op den duur tot enige argwaan. Hoeveel zijn er eigenlijk van gemaakt? Duiken ze niet wat erg vaak op?

Om op deze vraag een antwoord te geven moeten we teruggaan naar de ontstaansgeschiedenis. De litho is gemaakt in mei 1968, ten tijde van de Franse studentenopstanden. Vele kunstenaars wilden blijk geven van hun solidariteit en Galerie Maeght besloot om speciale litho's uit te geven. In het eerste deel van het overzicht van de Arte affiches worden voor de maand mei maar liefst 16 edities vermeld, van Alechinsky, Calder, Bazaine, Zao Wou-ki en Pignon. Sommige kunstenaars maakten van hun prent een politiek statement, anderen werkten in hun geijkte stijl maar stelden de opbrengst ter beschikking. Appel maakte een felgekleurde litho met een tekst die tot aan het verschijnen van de biografie van Catherine van Houts voor veel mensen een volstrekt raadsel was gebleven. In haar boek beschrijft ze hoe Appel naar aanleiding van een foto in de krant van een van de de daders van de geruchtmakende Baarnse moordzaak (een 'mooie jongen', volgens Appel) zegt: 'Die jongen is door een daad aan het daglicht getreden om zijn schoonheid te tonen.' (Van Houts pp. 312-13). De frase weerklinkt in wat de Nederlandse tekst voor een litho had moeten worden: 'Door hun daden hebben zij hun schoonheid aan het daglicht gesteld'.

Volgens Van Houts bestaan er van de prent drie versies, maar dat is vrijwel zeker onjuist. De Nederlandse editie is, bij mijn weten, nooit verschenen. Wel een Franse, 'Dans l'action ils ont montré la source de leur beauté', en een Engelse, 'In action they revealed the mainspring of their beauty'. De Franse politie liet echter weten dat Appel het land zou worden uitgezet als hij dit soort gezagsondermijnende teksten in de openbaarheid zou brengen. Maar dat gebeurde niet; de litho werd alleen getoond en verkocht binnen de muren van Galerie Maeght. (Van Houts 376-77)

Hoeveel exemplaren zijn er nu eigenlijk van deze litho gemaakt? De studentenlitho van Zao Wou-ki werd volgens zijn oeuvrecatalogus uitgebracht in 150 exemplaren, en het lijkt niet zo vergezocht om te veronderstellen dat de andere prenten, gemaakt in dezelfde tijd en met hetzelfde doel, ook die oplage hebben. Bovendien zou dat overeenkomen met Appels oorspronkelijke plan om een oplage van 3 x 50 te maken. Toen de Nederlandse versie, om welke reden dan ook, afviel bleven er dus 100 over. En dat is ook het getal dat wordt genoemd in de beschrijvingen van de grote veilinghuizen.

Dat aantal staat echter in geen verhouding tot de frequentie waarmee je de prent tegenkomt, en je kunt je alleen daarom al niet aan de indruk onttrekken dat er prenten bijgedrukt zijn. Bovendien werd de oorspronkelijke litho, volgens de beschrijvingen van Sotheby's en Christie's, gedrukt op 'wove paper' (Frans 'vélin'). De prenten die ik later onder ogen kreeg waren, naar mijn stellige overtuiging, geen litho's maar zeefdrukken, en ze waren niet gedrukt op vélin maar op een zwaardere en hardere papiersoort. Er vielen geen afwijkingen in het beeld te constateren, en we moeten er dus van uitgaan dat we hier niet te maken hebben met het soort zeefdruk-naar-litho dat later nog uitgebreid ter sprake zal komen. Waarschijnlijk is de oorspronkelijke litho gewoon gefotografeerd en digitaal getransformeerd tot zeefdruk, op de manier die sinds de jaren zeventig schering en inslag is geworden.

Natuurlijk is het geenszins onmogelijk dat er ook nog exemplaren van de oorspronkelijke editie in omloop zijn. Maar statistisch gezien is de kans erg groot dat wat de argeloze koper uiteindelijk in handen krijgt niets meer is dan een 'roofdruk'.


POSTSCRIPT (1)

In het Stedelijk stond ik een poos geleden opeens oog in oog met de echte studentenlitho . Het was een echte poster, gedrukt op dun papier, en niet op het veel zwaardere papier dat meestal wordt gebruikt voor zeefdrukken.

POSTSCRIPT (2)


In zijn boekje Multiples et cetera (1991) doet Harry Ruhé verslag van zijn eigen ervaringen met deze prent, en komt tot de conclusie dat Galerie Maeght deze prent gewoon  is blijven herdrukken tot de oorspronkelijke stenen versleten waren. Jarenlang was deze prent dus gewoon nog in de Maeght Boutique in Parijs te koop, voor een prijs die een fractie bedroeg van wat er op een Nederlandse veiling gemiddeld voor wordt neergeteld. Nederlandse koopmansgeest, of erger?

HET VALSE APPEL ARCHIEF - aflevering 1





Vervalsingen zijn er in soorten en maten. Zo moet in de eerste plaats onderscheid worden gemaakt tussen 'namaak-Appels' en 'in de stijl van...-Appels'. In het eerste geval wordt uitgegaan van een bestaande litho, die zo goed mogelijk in zeefdruk wordt nagemaakt. Dit is veruit de grootste categorie, en deze zal later uitgebreid ter sprake komen.

Een vervalser kan echter ook zelf een prent 'in de stijl van Appel' maken, en deze vervolgens voorzien van valse signatuur en oplageaanduiding. Het probleem bij het signaleren van dit type prenten is dat eigenlijk alleen Appel kan verklaren dat een bepaalde prent niet door hem gemaakt is. Wij kunnen constateren dat een prent 'raar' of 'a-typisch' is, maar dat zegt weinig of niets over de authenticiteit. Picasso's bewering dat zijn slechte werken altijd vals werden verklaard geldt in zekere zin ook voor de afwijkende werken. Wat niet als karakteristiek voor Appel wordt herkend wordt eerder vals verklaard dan een 'typische' Appel. Maar ook binnen het grafisch werk zijn er de experimenten, de afwijkingen, de prenten die, ook voor de kenner, 'buitengewoon' zijn. En als er zijn geen aanwijzingen zijn die op het tegendeel wijzen, moeten we er noodgedwongen van uitgaan dat een prent 'goed' is.

Dat geldt echter niet voor bovenstaande prent. Toen 'meestervervalser' Geert Jan Jansen in 1994 in Frankrijk werd gearresteerd, trof de politie in zijn atelier zo'n 1500 vervalsingen aan. De Duitse inspecteur Ernst Schoeller, die aan de basis stond van het onderzoek, publiceerde vervolgens in het blad Weltkunst onder de titel 'Falschungen des Geert Jan Jansens' een selectie aan gevonden werk, in kleur afgebeeld. Er waren een aantal Appels bij, maar slechts een stuk grafiek: bovenstaande zeefdruk.

In de Franse gevangenis schreef Jansen zijn boek Magenta: avonturen van een meestervervalsernaar zijn zeggen om een advocaat te kunnen betalen. Toen het boek uitkwam werd hij uitgenodigd om als gast op te treden in de eerste uitzending van het VARA-programma Het Zwarte Schaap, waarin een controversiële figuur werd geconfronteerd met voor- en tegenstanders. Voor de gelegenheid had hij zelf voor enige decorstukken gezorgd, die later ter sprake zullen komen, en ook werd een aantal 'valse werken zonder origineel' getoond, waaronder deze prent.

Hoewel hij zelfs door Jansen zelf als 'litho' werd aangeduid, gaat het hier, en in veel andere gevallen, om een zeefdruk. In zijn boek beschrijft Jansen in detail hoe hij in een bollenschuur in Noord-Holland trachtte zeefdrukken te produceren die zoveel mogelijk op litho's leken. Maar een naar zijn zeggen krakkemikkige zeefdrukinstallatie was het enige waarover hij kon beschikken.
We hebben hier te maken met een prent die in Nederland nog steeds in omloop is. Met name op internetveilingen werd hij nog niet zo lang geleden met grote regelmaat aangeboden, soms zelfs compleet met echtheidsverklaring. Maar het is een echte Jansen, en niet meer dan dat.


[ONGEWIJZIGDE HERUITGAVE VAN EEN DOCUMENT UIT 1997]